Duurzame warmtebronnen

Op 18 december 2024 is de vernieuwde warmtevisie ‘Oude stad, nieuwe warmte’ vastgesteld. In deze hernieuwde warmtevisie staat een analyse voor de warmtebronnen die we nu, later of uiteindelijk zouden kunnen gebruiken in plaats van aardgas. Denk dan bijvoorbeeld aan elektriciteit (via volledig elektrische warmtepompen), hybride varianten die elektra en aardgas nodig hebben of warmte die ontstaat bij afvalverbranding. Die laatste is nu al de bron voor een groot deel van de warmte die via het warmtenet uitkomt bij Nijmegenaren in Nijmegen-Noord. Maar hoe gaan we om met die warmtebronnen? Wat zijn nu of verwachte alternatieven voor aardgas? En hoe zoeken we als gemeente naar nieuwe warmtebronnen, zodat de stad er ook in 2050 warm bij kan blijven zitten? Daarover leest u meer op deze pagina.

Nieuwe warmte voor mijn wijk?

Meer weten over de nieuwe warmte voor uw wijk? Kijk dan op de pagina Oude stad, nieuwe warmte. Via de interactieve kaart komt u als pandeigenaar te weten wat de warmteoplossing is waar u naartoe kunt werken. Op het energieloket van de gemeente Nijmegen vindt u betrouwbare informatie over energie besparen, acties, subsidies en maatwerkadvies. Hieronder vindt u meer uitleg over de mogelijke warmtebronnen.


Uitleg over warmtebronnen

Op de kaart in de warmtevisie vindt u het gebied ‘Hybride warmtepompen en kleinschalige initiatieven’. Woont u daar, dan kunt u meerdere dingen doen: zelf een hybride warmtepomp aanschaffen of met de buurt een kleinschalig collectie warmtenet initiatief starten. Hier gaat de gemeente voor u niet aan de slag met een warmtenet.

Wat is een warmtepomp?

De warmtepomp gebruikt u in uw woning voor de ruimteverwarming en het bereiden van warm tapwater. De warmtepomp kan dat zeer efficiënt doen: met één deel elektriciteit kan die tot wel vier delen warmte uit de buitenlucht of het grondwater halen.

Er bestaan verschillende types, soorten en maten warmtepompen. Een voorbeeld is de lucht-water warmtepomp, herkenbaar aan de buitenunit aan de gevel of in de tuin. Welke warmtepomp het beste bij uw woning past, is maatwerk. De keuze maakt u in overleg met uw installateur. U kiest een warmtepomp als de woning voldoende geïsoleerd is. Het warmte tapwater wordt in een boilervat opgeslagen. Daarvoor moet plek in uw woning zijn. U gaat sowieso elektrisch koken, bijvoorbeeld via een inductiekookplaat. U kunt uw gasaansluiting afzeggen.

De hybride warmtepomp

Als een warmtepomp wordt gecombineerd met een cv-ketel, dan wordt dat een hybride warmtepomp genoemd. De cv-ketel springt alleen aan als het buiten zo koud is dat de warmtepomp het niet alleen af kan. En de cv-ketel maakt het warm tapwater, zoals dat nu ook in uw woning gebeurt. De hybride warmtepomp is een tijdelijk oplossing. Uiteindelijk wordt elke woning aardgasvrij.

In de warmtevisie adviseert de gemeente, op verzoek van de netbeheerder Liander, een hybride warmtepomp. Deze heeft minder elektriciteit nodig, waardoor het elektriciteitsnet niet te veel wordt belast. Op termijn moet het elektriciteitsnet zo zijn aangepast dat op grote schaal ook volledig elektrische warmtepompen mogelijk zijn.

Naast het isoleren van uw woning is een goed functionerend warmteafgiftesysteem (radiatoren en vloerverwarming) van groot belang. Als u de aardgasaansluiting opzegt, gaat u over op elektrisch koken, bijvoorbeeld met een inductiekookplaat.

Kleinschalige initiatieven

Met kleinschalige initiatieven wordt bedoeld dat u samen met uw straat of een aantal straten een klein collectief warmtenet aanlegt. Een warmtenet is een collectief netwerk van leidingen onder de grond waardoor warm water stroomt. Er kunnen verschillende warmtebronnen op dat warmtenetje worden aangesloten. U kunt daarbij denken aan een grote buurt warmtepomp. Met die warmte kunt u de woningen verwarmen en warm tapwater bereiden.

Een warmtenet is een collectief netwerk van leidingen onder de grond waardoor warm water stroomt. Dat warme water verwarmt in hele straten of wijken de huizen en gebouwen. De warmtebron voor het warmtenet is in eerste instantie afkomstig van de afvalenergiecentrale ARN. Op termijn kunnen daar ook nieuwe bronnen aan worden toegevoegd, zoals geothermie (warmte uit de aarde) en warmte uit oppervlaktewater. Het is een midden-temperatuur warmtenet met een aanvoertemperatuur van ongeveer 70 graden Celcius. Op dit moment wordt de warmtebronnenstrategie geactualiseerd. Meer uitleg over warmtebronnen vindt u hieronder.

Woont u in een gebied waar in de bestaande stad een nieuw warmtenet wordt aangelegd, houdt u dan het nieuws over het warmtenet in de gaten via digitale nieuwsbrieven en de website van de gemeente. In de warmtevisie staan ook verschillende gebieden waarvoor de komende jaren onderzoek gedaan wordt of bestaande woningen en gebouwen mogelijk op een warmtenet kunnen worden aangesloten. We lopen ze hieronder na.

In het gebied ‘Nijmegen Noord’ legt Vattenfall als warmteleverancier het warmtenet voor de nieuwbouwwoningen aan. De gemeente onderzoekt of bestaande bouw in Nijmegen-Noord via dit warmtenet van warmte kan worden voorzien.

In het gebied ‘Dukenburg’ is gestart met de aanleg van een warmtenet voor 640 woningen van twee woningcorporaties. De warmtebron is nu nog een tijdelijke gasgestookte centrale ter plaatse. Zodra de warmtenetleiding vanaf de ARN naar Dukenburg er ligt, wordt de ARN de warmtebron. Het publiek integraal warmtebedrijf (PIW) is de beoogde warmteleverancier. Definitieve besluitvorming hierover is gepland voor de zomer van 2025. De gemeente Nijmegen onderzoekt in het gebied ‘Onderzoek naar publiek warmtenet’ uit de warmtevisie of daar ook een warmtenet kansrijk is. Het zijn de wijken Kerkenbos, De Kamp, Neerbosch-Oost, Hatert, Biezen, Waalfront, Stadscentrum, Bottendaal, de hoogbouw van SSH& in Galgenveld en Groenewoud. Ook hier is de PIW de beoogde warmteleverancier.

Voor het industriegebied ‘TPN-West’ wordt onderzocht of een lokaal warmteschap de warmtelevering aan de bedrijven kan verzorgen.

Aardwarmte of geothermie is warmte diep in de grond (vanaf 500 meter en dieper), die gebruikt kan worden voor het verwarmen van huizen en kantoren. In onze stad en regio zijn meerdere onderzoeken uitgevoerd om de kansen voor aardwarmte vast te stellen. Op dit moment lijkt ondiepe geothermie het meest kansrijk. De regio is momenteel bezig met onderzoek om dit verder te onderzoeken. De warmte uit een geothermiebron wordt via een warmtenet bij de huizen en gebouwen afgeleverd.

Aquathermie gaat over het gebruik van warmte (en koude) uit oppervlaktewater of afvalwater. Oppervlaktewater is bijvoorbeeld een rivier, meer of sloot. Afvalwater is al het vuile water dat de riolen afvoeren. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat aquathermie in Nijmegen technische goed haalbaar is. Financieel gezien is het nog een uitdaging. De grootste kansen voor aquathermie liggen bij de Waal. Daar is voldoende warmte beschikbaar om heel Nijmegen van warmte te voorzien. Het Maas-Waalkanaal is ook kansrijk, maar omdat de watermassa kleiner is en de stroming laag, kunnen alleen de woningen van een paar wijken worden verwarmd. Tot slot liggen er kansen in de watergangen van Lindenholt en Dukenburg, maar dit zal vooral om zeer kleine initiatieven gaan.

Aquathermie gaat vaak in combinatie met seizoensopslag van warmte in een koude warmte opslagsysteem. Uitzondering hierop is de Waal, waar ook in de winter direct warmte uit het oppervlaktewater kan worden onttrokken.

Groengas is gas dat wordt gemaakt uit materiaal van planten of dieren, zoals mest of een afvalberg. Groengas lijkt op aardgas: het heeft dezelfde eigenschappen en kwaliteit. Het groengas wordt bij het aardgas in de leidingen toegevoegd. Dus eigenlijk krijgt iedereen die gas gebruikt ook een beetje groengas. Op dit moment bestaat het gas in de leidingen voor minder dan 1% uit groengas. In 2030 verwacht men dat ongeveer 6% van het gas uit groengas bestaat. Of het mogelijk wordt om 100% groengas in de leidingen te krijgen, hangt af van hoeveel extra groengas men kan maken en hoeveel gas er nodig is. Het aandeel groengas in de leidingen groeit ook doordat er simpelweg steeds minder mensen aardgas verbruiken.

Er is in Nederland een toenemende aandacht voor de mogelijke rol van waterstof (een licht gas) als duurzame energiedrager in de energietransitie. Waterstof kan gebruikt worden in vele sectoren. De toepassing van waterstof voor de verwarming van gebouwen (huishoudens en utiliteit) is een nieuw onderwerp. Toch is duidelijk dat waterstof in Nijmegen tot in ieder geval 2035 niet op grote schaal in de gebouwde omgeving kan worden toegepast.

Er is landelijk, en ook in Nijmegen, onvoldoende duurzame waterstof beschikbaar om op de langere termijn helemaal op duurzame waterstof over te schakelen. In de wijken waar we nu aan de slag zijn, werken we waterstof daarom verder niet uit.